Het orakel van de bosnimf
Recensie door Dirk Vandenbussche Directeur dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid
De ‘bosnimf’ waarnaar wordt verwezen in de titel van dit boek is een dagvlinder, met name het bont zandoogje. Tot daar de enige spoiler die Dirk Vandenbussche ons verklapt in deze review van ‘Het orakel van de bosnimf’, een fascinerend boek van professor gedragsecologie Hans Van Dyck.
Waarover gaat het boek?
Dirk Vandenbussche: "Het boek bestaat uit vier met elkaar verweven delen. Het belangrijkste deelonderwerp is de voor een buitenstaander intrigerende wereld van het wetenschappelijk onderzoek. Met het bont zandoogje als belangrijkste onderzoeksobject worden zowel het beroep van een bioloog als de zogenaamde ‘wetenschappelijke onderzoeksmethode’ uitgebreid beschreven. Thema’s die de revue passeren zijn onder andere: het deelnemen aan (internationale) congressen, de tradities bij het jureren van doctoraten, de creativiteit die nodig is om een kwaliteitsvolle onderzoeksopzet uit te denken, ..."
Welk beeld, paragraaf, hoofdstuk, zin ... heeft jou het meeste aangesproken?
Dirk Vandenbussche: "Zeer boeiend vond ik de passages over de creatie en inrichting van vliegkooien. Daarmee wordt bestudeerd welke invloed het landschap heeft op het gedrag van de vlinder. Ook de vliegmolen sprak me aan. Met dit toestel onderzoekt men met haast chirurgische precisie o.a. het vliegvermogen, de energie-efficiënte en de ademhaling van vlinders. Ook het onderzoek om na te gaan of vlinders een persoonlijkheid hebben, vond ik ronduit fascinerend – maar zoals gezegd: jullie krijgen maar één spoiler, meer ga ik daar dus niet over lossen.
Wat ik op menselijk vlak onthoud over dit boek, is het belang om te leren omgaan met kritiek, om een groot eigen gevoel voor zelfkritiek en integriteit te ontwikkelen, en om open te staan om inzicht te verwerven door debat. De auteur geeft zelf zijn eigen trio van belangrijke karakteristieken voor een wetenschapper: verwondering, inzicht zoeken en nieuwe vragen die steeds oprijzen."
Wat vond je van het boek?
Dirk Vandenbussche: “Wat me sterk aanspreekt is de stijl en het taalgebruik. In het ganse boek hanteert Van Dyck een toegankelijke schrijfstijl waar humor en een kwinkslag nooit ver weg zijn. Een mooi voorbeeld is de anekdote waarbij een doctoraatsstudente in april op zoek gaat naar kerstbomen om een vliegkooi in te richten (ideale lectuur voor wie nog inspiratie zoekt voor de eerste van die maand).
Verder draagt de variatie van het boek bij aan een positieve leeservaring. Het deel over wetenschappelijk onderzoek wordt afgewisseld met autobiografische passages, heldere analyses over biodiversiteitsbeleid en een geheel van wetenswaardigheden. Zo heeft de auteur het bijvoorbeeld ook over het onderzoekswerk van andere wetenschappers (met vlinders), de invloed van vlinders in kunst en industrieel design (biomimicry) en het ‘butterfly-effect’.”
Hoeveel sterren geef je het boek?
Dirk Vandenbussche: “Ik geef dit boek 4 sterren.
Dit boek is een aanrader voor alle weetgierige mensen die ‘verwonderd zijn door de ontelbare mooie vormen die de evolutie produceerde en produceert’.”
Waarom zouden andere beleidsmakers dit boek moeten lezen?
Dirk Vandenbussche: “In het deel over biodiversiteitsbeleid legt de auteur uit dat diepgaand onderzoek naar één of meerdere soorten ook inzichten genereert over achterliggende systemen, principes en fundamenten van biodiversiteit. Op basis daarvan reikt Van Dyck handvaten aan voor een ambitieus biodiversiteitsbeleid. Korte passages (die naar meer smaken) over o.a. de nefaste impact van stikstof, verstedelijking en klimaatverandering op biodiversiteit, geven het boek een actualiteitswaarde.
Ik onthoud als een van de belangrijke conclusies dat een voldragen biodiversiteitsbeleid meer is dan een sectoraal natuurbeleid. De zorg voor biodiversiteit kan beter niet ophouden aan de grens van natuurreservaten, maar moet doorstromen naar tuinen, industrieterreinen en de stad. Trouwens, ook in de eerste editie van Zuurstof stond een artikel waarin Hans Van Dyck inzoomt op het belang van biodiversiteit.”
Over de schrijver
Hans Van Dyck is professor gedragsecologie aan het Earth & Life Institute van UCLouvain (Louvain-la-Neuve). Zijn onderzoek focust op het gedrag van dieren in landschappen op mensenmaat. Van Dyck is een actief denker rond mens en natuur. Hij richt zich geregeld tot het grote publiek door stukken te schrijven voor kranten en magazines, door voordrachten te houden en door voor radio en televisie te spreken. Van Dyck lag mede aan de basis van de oprichting van ANKONA, de koepel voor Natuurstudie van de Provincie Antwerpen en is medeauteur van het boekje ‘pretoogjes in het veld’ dat is uitgegeven n.a.v. de 20ste verjaardag van ANKONA.
Meer weten?
Dirk Vandenbussche
Directeur Dienst duurzaam milieu en natuurbeleid
Deel dit artikel