Reeds 20 jaar geven MOS-begeleiders het beste van zichzelf om van scholen een milieuvriendelijke en duurzame leer-en leefomgeving maken. Ze doen dat samen met de leerlingen, het schoolteam en het netwerk van de school. Een duurzame toekomst voor onze planeet begint met bewuste keuzes maken. De voorbije 20 jaar heeft MOS al heel wat scholen in beweging gebracht met mooie resultaten. En we zijn nog lang niet uitgeMOSt.

Van ‘Milieuzorg Op School’ tot ‘Duurzame scholen, straffe scholen’

In 2001 startte het MOS-initiatief onder de naam ‘Milieuzorg Op School’, een samenwerking tussen het Vlaams Departement Omgeving, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Bij de start was MOS er enkel voor het basisonderwijs, maar een jaar later volgde al de uitbreiding naar het secundair. Aanvankelijk verliep de erkenning als MOS-school in drie fasen. Scholen konden één tot drie MOS-logo’s behalen, afhankelijk van de criteria waaraan ze voldeden. De inzet van het initiatief: directe milieuzorg en -winst op school.

Na een onderzoek waaide in 2014 een nieuwe frisse wind door het MOS-concept om meer structurele impact en gedragsverandering te realiseren. De logo’s werden afgeschaft, en er kwam meer coaching op maat van het schoolteam. MOS evolueerde mee met de ontwikkelingen in milieubeleid, onderwijs en de brede maatschappij. De focus verruimde tot ‘educatie voor duurzame ontwikkeling’.

Omdat MOS sindsdien naast milieuzorg een breed scala aan duurzaamheidsthema’s oppikt, veranderde de naam in ‘MOS – duurzame scholen, straffe scholen’. MOS is dus geen acroniem meer, maar een naam. Scholen kunnen zich registreren op de ‘Groene Kaart’ als MOS-school. Zo treden ze toe tot de MOS-community en geven ze hun duurzaam engagement een gezicht. Enkel in de provincie Antwerpen staan er al 930 basisscholen en 426 secundaire scholen op de Groene Kaart.