FIER GELIJK NE GIETER


op Lier voor zijn project “Van geschiedenis naar duurzaamheid:

aquathermie met water uit de Binnennete en heropleving van Liers historische vlieten”

in deze rubriek belichten we een inspirerend project of een opmerkelijk plan van aanpak van een stad of gemeente in de schoonste provincie van het land. Nadien geeft de stad of gemeente de fakkel door.

Puurs-Sint-Amands is ‘fier gelijk ne gieter’ op Lier voor zijn project “Van geschiedenis naar duurzaamheid: aquathermie met water uit de Binnennete en heropleving van Liers historische vlieten”.

Stéphanie D’Hulst uit Lier vertelt ons er alles over. Lees verder en ontdek welke stad of gemeente Stéphanie nomineert voor de volgende 'Fier gelijk ne gieter'. Wie weet is het wel die van jou!

Organisatie in de hoofdrol

Plaats: Lier

Oppervlakte: 49,7 km²

Aantal inwoners: 38.508 inwoners

Gekozen project: “Van geschiedenis naar duurzaamheid: aquathermie met water uit de Binnennete en heropleving van Liers historische vlieten.”

Bij stad Lier streven we met thema’s zoals klimaat en duurzaamheid horizontale doelstellingen na om ons voor te breiden op toekomstige uitdagingen. Bijgevolg kan elke collega vanuit zijn of haar eigen expertise in aanraking komen met aspecten die betrekking hebben op duurzaamheid, klimaat, milieu en energie. Deze gedeelde verantwoordelijkheid leidt tot knappe resultaten. Het project van het Heilige Geestgebouw is daar een inspirerend voorbeeld van.

Wat was de aanleiding voor het project?

Aan de basis lag de integrale restauratie en herbestemming van de Sint-Gummarussite, waaronder het historische Heilige Geestgebouw. In 2020 sloot de stad Lier met de Vlaamse overheid een meerjarenpremieovereenkomst af voor deze erfgoedsite. Al in een vroeg stadium dacht men na over een duurzame verwarmingsoplossing die maximaal rekening houdt met het beschermde karakter van het gebouw, maar ook met de beperkte mogelijkheden op de site zelf.

Verschillende conventionele technieken vielen al snel af. Een luchtwarmtepomp bleek uitgesloten omwille van de visuele impact en mogelijke geluidsoverlast in het binnengebied; een geothermisch BEO-veld kon men door de beperkte oppervlakte van de binnenkoer niet op volle capaciteit boren; en riothermie bleek technisch niet haalbaar.

De historische nabijheid van water, met onder andere de gedempte Sint-Pietersvliet en de Binnennete, bracht aquathermie in beeld. Dat is een innovatieve, duurzame én erfgoedvriendelijke oplossing. Door deze waterlichamen opnieuw te activeren – niet alleen visueel, maar ook functioneel – kan het project de geschiedenis van de plek verbinden met de klimaatuitdagingen van de toekomst.

Wat houdt het project in?

Het project wil het Heilige Geestgebouw duurzaam verwarmen door een combinatie van aquathermie (warmte uit oppervlaktewater) en geothermie (een BEO-veld). Aanvankelijk was het de bedoeling warmte te onttrekken aan de opnieuw opengelegde Sint-Pietersvliet. Omwille van technische randvoorwaarden zoals de waterkwaliteit, de slibproblematiek en de beperkte waterdiepte aan de rand van de Binnennete werd het concept bijgestuurd. In het aangepaste ontwerp worden compacte RVS-warmtewisselaars rechtstreeks in de Binnennete geplaatst. Deze gesloten installatie voorkomt geurhinder, vermijdt slibaanzuiging en vereist een minimaal onderhoud. De warmte uit het oppervlaktewater wordt getransporteerd naar een warmtepomp en gecombineerd met de warmte uit het BEO-veld. Het resultaat is een robuust en efficiënt verwarmingssysteem.

Hoewel de vliet geen actieve rol speelt in het aquathermiesysteem, wordt hij wél opnieuw opengelegd in het publieke domein. De nieuwe betonnen waterstructuur volgt het historische tracé van de Sint-Pietersvliet en vormt een belangrijke meerwaarde voor de beleving van het erfgoed. De structuur draagt bij aan waterbuffering, verkoeling, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Bovendien versterkt ze het historische narratief van het gebouw, dat ooit dienst deed als pakhuis. De laad- en losvoorzieningen aan het water zijn nog steeds zichtbaar dankzij de houten platforms en katrolconstructies.

Het doel is het project te realiseren via een Interreg-samenwerking met Vlaamse en Nederlandse partners. Op dit moment loopt de projectaanvraag. Die vormt mee de hefboom voor kennisdeling, technische innovatie en financiële ondersteuning.

© Karuur architecten

© Karuur architecten

Welke partners werken samen?

Voor de restauratie en de herbestemming van het Heilige Geestgebouw werkt OCMW Lier samen met een gespecialiseerd ontwerp- en studieteam. Karuur Architecten staat in voor het ontwerp, studiebureau Efika verzorgt de technische uitwerking. Voor het aquathermiesysteem werken we samen met EXTRAQT, een expert in aquathermie.

In de voorbereidende fase voerden gespecialiseerde partners onderzoeken uit: AGT deed het bemalingsonderzoek, ABO onderzocht het grondverzet, Vankempen nam een kernboring voor zijn rekening, Dekabo werd ingeschakeld voor de gestuurde ondergrondse boring, en Van Raak stond in voor het onderzoek naar de drooglegging van de werfzone. Het project werd tevens getoetst aan de adviezen van de VMM en Pidpa.

De uitvoering van het project ging nog niet van start. De omgevingsvergunning is in behandeling en het aanbestedingsdossier wordt voorbereid. Er wordt ook onderzocht of het project via een Interreg-aanvraag kan worden opgenomen in een internationaal samenwerkingsverband. Daarbij wordt samengewerkt met hoofdpartners zoals Stichting Kempens Landschap, Brabants Landschap, Waterprof, EXTRAQT, ERFgoedstichting Vlaams-Brabant en stad Diest. Het doel van deze samenwerking is kennisdeling en demonstratie van duurzame energieoplossingen binnen erfgoedcontexten.

Op welke uitdagingen botsen jullie? Wat loopt er goed?

Een eerste grote uitdaging is het binnenhalen van het Interreg-project. Dat is belangrijk voor de financiële haalbaarheid van de aquathermie-installatie. Maar ook de uitvoering brengt complexe vraagstukken met zich mee.

De site bevindt zich in het hart van de historische binnenstad; ze heeft een sterke erfgoedwaarde en de ruimte is beperkt. De integratie van alle technieken (aquathermie, geothermie, ventilatie, leidingen en infrastructuur) op deze ingesloten locatie is technisch bijzonder veeleisend. Daar komt nog de verbinding met de Binnennete bij, die een onderboring onder private percelen vereist.

Bij het aquathermiesysteem blijven vooral deze punten actueel:

  • de inpasbaarheid van warmtewisselaars in de Binnennete, met oog voor de visuele impact, de ecologische randvoorwaarden en het gebruik van de waterweg voor recreatievaart;
  • de complexiteit van werken in een dense, historische context, met beperkte manoeuvreerruimte, behoud van erfgoedelementen en impact op de omgeving;
  • en de onderboring van leidingen, waarbij men rekening moet houden met bestaande funderingen, bomen en nutsleidingen.

Ook de inrichting van de werfzone vormt een uitdaging: zowel op het vlak van ruimteplanning als voor de logistiek van het transport en de plaatsing van leidingen en technieken.

Daarnaast zijn er juridische aandachtspunten. De onderboring vereist overleg en overeenkomsten met eigenaars van aanpalende percelen. Ook het openleggen van de Sint-Pietersvliet is juridisch gevoelig. Het tracé bevindt zich op stadseigendom, maar het terrein werd jarenlang gebruikt als privétuin. Dat vergt een zorgvuldige afstemming met de bewoners.

De interdisciplinaire samenwerking tussen erfgoed, stedenbouw en techniek loopt goed, net als de constructieve afstemming met externe partners zoals de VMM en Pidpa. Binnen de projectgroep is er een breed gedragen visie die inzet op duurzaamheid én respect voor de historische identiteit van de site.

Wat zijn belangrijke aandachtspunten in de communicatie naar burgers?

Het is belangrijk om uit te leggen waarom de vliet wordt heropend en wat de historische en functionele meerwaarde is. Burgers willen ook weten waarom we voor bepaalde technieken kiezen, en hoe ze bijdragen aan het klimaatneutraal maken van het erfgoed. Ook een transparante communicatie over de duur en de impact van de werken is cruciaal, net als het tonen van de meerwaarde op lange termijn.

“Als projectleider is het een spannende uitdaging om innovatieve technieken als aquathermie te integreren in een erfgoedsite midden in de historische binnenstad. We willen niet alleen een duurzaam en toekomstgericht gebouw realiseren, maar ook een plek die echt leeft en gedeeld wordt door de stad.”

Stéphanie D’Hulst, deskundige onroerend erfgoed – stad Lier

Wat zijn jullie ambities voor de komende jaren?

We willen van het Heilige Geestgebouw een toegankelijke en toekomstgerichte publieke plek maken, met onder meer ruimte voor het Huis van het Kind. We zetten bewust in op dubbel gebruik: de ruimtes worden flexibel ingericht, met voldoende bergruimte. Zo kunnen ze buiten de openingsuren van het Huis van het Kind ook voor andere doeleinden gebruikt worden.

Die multifunctionaliteit is geen overbodige luxe. De stad heeft immers een grote nood aan vergaderruimtes, ateliers en recreatieve ruimtes voor uiteenlopende initiatieven. Dankzij deze aanpak combineren we een maatschappelijk waardevolle invulling met een efficiënt en duurzaam ruimtegebruik.

Tegelijk willen we praktijkervaring opdoen met aquathermie en geothermie in een erfgoedcontext. Die kennis willen we later inzetten voor andere gebouwen van het stedelijke patrimonium.

Wordt het Interreg-project goedgekeurd, dan willen we bovendien bijdragen aan een Community of Practice rond duurzame energie in erfgoed. Zo kunnen we andere steden en regio’s inspireren met dit voorbeeldproject.

Stéphanie, de vraag waarop we allemaal wachten: welke stad of gemeente nomineren jullie voor de volgende ‘Fier gelijk ne gieter’?

We nomineren het eBROEKbos van gemeente Berlaar.

Meer weten?

Stéphanie D’Hulst


Deskundige Onroerend Erfgoed

stephanie.dhulst@lier.be

Deel dit artikel

Terug naar inhoudstafel