DIT MOET JE WETEN
‘Wat heeft B@seball met natuur te maken?’
De leuke term B@SEBALL staat voor ‘Biodiversity at school environments benefits for all’. Dat natuur goed is voor het welzijn voelen velen onder ons intuïtief aan, maar meten is het échte weten! Er heersen immers ook vooroordelen omtrent veiligheid en haalbaarheid. Wetenschappelijk onderzoek dat de gezondheidsvoordelen van biodiversiteit op school aantoont, is daarom onmisbaar. Wist je dat zelfs de gezondheidsongelijkheid bij kinderen onder de loep werd genomen? Benieuwd hoe ze te werk gingen en wat de resultaten zijn? De belangrijkste bevindingen kan je hieronder lezen!

Hoe meet je biodiversiteit op school?
De hypothese was: hoe biodiverser de speelplaats, hoe gezonder de kinderen. De leerlingen inventariseerden zelf ook enthousiast ‘hun’ planten en dieren en leerden dat weergeven op kaart. Ze bestudeerden ook verschillende grondsoorten en verzamelden bacteriën op de bladeren van de aardbeiplantjes die ze verzorgden. In combinatie met een analyse van bodembacteriën geeft dit alles een idee van de biodiversiteit op school.

Hoe breng je gezondheid van schoolkinderen in kaart?
Komen dezelfde bacteriën uit de bodem en de aardbeiplantjes ook terecht bij de kinderen? Dat wilden de onderzoekers weten. Ze namen stalen aan de buitenkant van kinderwangen om ze te laten onderzoeken aan de UA. Zo konden ze nagaan hoe belangrijk die bacteriën zijn bij het voorkómen van astma en allergieën.
Ook verloren de onderzoekers de gezinssituatie, de leefomgeving en de buitenspeelgewoonten niet uit het oog. Aan de hand van vragenlijsten aan de ouders kregen ze daar een beeld van.

Een ‘bacterieel portret’ van een school
Van de 37 deelnemende scholen stuurden er 30 hun stalen op. Het resultaat was een grote variatie in het aantal soorten bacteriën op hun aardbeiblaadjes, van 10 tot wel 588. In totaal werden er maar liefst 4.000 soorten bacteriën gevonden, wat echt verrassend was. Er waren zeer grote verschillen tussen de scholen, niet alleen qua aantallen bacteriën, maar ook qua diversiteit aan soorten. De soortendiversiteit op de aardbeiplantjes en de kinderwangen was groter naarmate meer gevarieerd groen aanwezig was: een beloftevol resultaat.

Zijn kinderen ook écht gezonder op een biodiverse speelplaats?
Als kinderen meer in de natuur of met natuurlijke elementen spelen, komen er meer ‘natuurlijke bacteriën’ voor op hun wangen. Bepaalde bacteriesoorten beschermen blijkbaar tegen astma en allergieën, want die aandoeningen werden minder gerapporteerd bij kinderen van scholen waar de gunstige bacteriën voorkomen.
Als je ook de aandacht van leerlingen onderzoekt, halen vooral stedelijke scholen voordeel uit het vergroenen van de speelplaats. Een leerling die zich beter voelt, gaat ook beter opletten, is een mogelijke verklaring. Het valt ook op dat het welzijnsvoordeel in het algemeen voor kinderen uit sociaal zwakkere gezinnen groter is. Daaruit kunnen we concluderen dat vergroening van scholen de sociale kloof helpt verkleinen.

TO DO: nog meer speelplaatsen vergroenen
Dit onderzoek onderstreept het belang van ontharden en vergroenen. Maar let op! Je kunt zoveel méér gezondheidsvoordelen behalen door aandacht te schenken aan variatie. Een school met een grote verscheidenheid aan ecosystemen zoals bloemperken, hagen of houtkanten, ruigtehoekjes, takkenrils, een plekje voor dood hout, een bio-moestuin, bessenstuiken of waterelementen herbergt een véél grotere diversiteit aan gunstige bacteriën met gezondheidsvoordelen voor de schoolkinderen. En dat is nu net het principe van ‘One Health’: gezonde mensen in een gezonde omgeving!
Wist je dat de provincie Antwerpen al 200 speelplaatsen omtoverde in Groene Oases? Denk jij aan een speelplaats die een groene toplaag kan gebruiken? Surf dan naar onze website en schrijf je in voor de nieuwsbrief. Zo ben je als eerste op de hoogte bij een nieuwe oproep.

Prof. Irina Spacova (Universiteit Antwerpen)
Coördinator microbioomonderzoek binnen B@SEBALL