FREQUENTLY GIVEN ANSWER
Er groeit reuzenberenklauw in mijn achtertuin. Wat nu?
De reuzenberenklauw is een invasieve exoot. Dat wil zeggen dat deze oorspronkelijk niet bij ons voorkomt en schade kan toebrengen aan onze natuur, gezondheid, landbouw of het wegennet. De soort overwoekert lokale planten met z’n enorme groeihoogte en grote bladeren. Bovendien veroorzaakt het sap uit de plant brandwonden op de huid na blootstelling aan zonlicht.
Redenen genoeg dus om de plant te verwijderen. Maar hoe doe je dat? En hoe zorg je ervoor dat de plant niet onmiddellijk teruggroeit? Welke voorzorgsmaatregelen neem je best?
Vooral de collega’s van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid krijgen deze vragen vaak en zijn ondertussen specialist in de bestrijding van de plant. De reuzenberenklauw groeit namelijk vaak langs waterlopen.
Het frequente antwoord van de provincie
Tref je reuzenberenklauw aan op openbaar domein, contacteer dan de beheerder van het terrein. Op je eigen terrein kan je als volgt aan de slag.
Ga stapsgewijs te werk met deze methodiek:
STAP 1: Bereid je goed voor
Ben je zeker dat het om de reuzenberenklauw gaat? Kijk in onze brochure en identificeer de plant aan de hand van z’n typische kenmerken. Voorzie beschermende kleding die je hele lichaam bedekt: laarzen, handschoenen en regenpak. Bescherm ook je ogen met een masker of veiligheidsbril.
STAP 2: Kies het juiste moment
Het ideale tijdstip voor bestrijding is vanaf april tot september, voordat de plant zaden begint te krijgen. Voor deze periode is de plant vaak te klein om praktisch aan te pakken. Na deze periode sterft de plant bovengronds af.
STAP 3: Aan de slag
Vind je een jonge plant die nog niet in bloei staat? Steek de wortel van de reuzenberenklauw dan uit met een spade tot op 30 cm diepte om hergroei te vermijden.
Staat de plant in bloei? De plant vormt dan grote parasolvormige oppervlakten met bloemen, de zogenaamde 'bloemschermen'. Trek voorzichtig een vuilniszak over elk bloemscherm en knip deze met de tuinschaar af. Graaf de wortel uit of steek deze volledig af onder het groeipunt. Voor een dorre plant doe je hetzelfde, maar wees voorzichtig: de zaden vallen heel gemakkelijk van de plant.
Vind je heel veel planten? Dan kan je een andere aanpak overwegen. Maai minstens 3 keer per jaar in het groeiseizoen (van april tot september) om de plant uit te putten. Ook kan je schapen en koeien laten begrazen. Gebruik enkel dieren met een donkere snoet. Schakel ze vroeg genoeg in, vanaf april.
STAP 4: Weg ermee!
De bloemschermen die je verzameld hebt in een vuilniszak, mogen samen met de uitgegraven wortels bij het restafval. De rest van het plantmateriaal mag bij het groenafval. Let op: probeer niet zelf de plantenresten van de reuzenberenklauw te composteren. Onrijpe zaden kunnen terug uitgroeien tot een nieuwe plant. De temperaturen in je eigen composthoop zijn vaak niet hoog genoeg om de zaden te vernietigen.
STAP 5: Volhouden is de boodschap
De zaden van de reuzenberenklauw kunnen tot 7 jaar lang nog uitgroeien tot een nieuwe plant. Ook de slecht uitgestoken wortels kunnen teruggroeien tot een plant. Best voorzie je dus 4 tot 7 jaar nazorg om voorgoed van de reuzenberenklauw af te zijn. Controleer geregeld op nieuwe scheuten. Groeit de plant terug? Verwijder deze dan zoals hierboven beschreven.
Provincie Antwerpen maakte een overzichtelijke brochure die de aanpak van reuzenberenklauw van herkenning tot verwijdering belicht. Deze vind je hier. Extra informatie over de plant, alsook up-to-date informatie over de bestrijding ervan, vind je op Ecopedia. Wat te doen bij het in contact komen van de huid met het plantensap van de reuzenberenklauw, vind je op de site van het Antigifcentrum.
Meer weten?
Rembrandt De Vlaeminck
Teamverantwoordelijke Studie Natuur en Landschap
Deel dit artikel