STANDPUNT VAN MARC VERMYLEN
Water en natuur: twee elementen, één verhaal
Marc Vermylen is voorzitter van de lokale afdeling De Wielewaal van Natuurpunt. Die is actief in de regio rond Berlaar, Lier, Nijlen, Broechem en Zandhoven. In dat werkingsgebied beheert Natuurpunt bijna 400 ha waardevolle natuur. Ze focussen vooral op natte valleigronden en natuurherstel.
Didier Soens is directeur van de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie en sterk gedreven door de zoektocht naar ruimte voor water. Natuur speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van een veerkrachtig watersysteem. Daarover gaat hij graag in gesprek met Marc. Beiden zijn Nijlenaars en kennen mekaar al heel lang via de Milieuraad van Nijlen en de samenwerking tussen Natuurpunt en DIW.
Didier: Er is een symbiotische relatie tussen water en natuur. Hoe zou jij die omschrijven?
Marc: Water is bron van alle leven. Het geeft kleine diertjes een leefplek en voedsel. Die kleintjes lokken op hun beurt de grotere. Dat leidt tot een explosie van leven. Natuur kan dus niet zonder water. Maar het omgekeerde is ook waar. Zonder natuur geraakt het hydro-ecologische systeem uit balans.
Het meanderingsproject van de Bollaak is daar een prachtig voorbeeld van. Dit megaproject is mogelijk geworden dankzij een uniek samenwerkingsverband tussen diverse overheden die die kans gegrepen hebben nadat Natuurpunt jarenlang illegaal aangelegde percelen opgekocht, opgeruimd en vernatuurlijkt heeft. Geen evident verhaal maar uiteindelijk heeft dit wel een boost aan de natuur gegeven. Het is een mooi voorbeeld van hoe water - zeker in riviervalleien - natuur nodig heeft. In de twee deelprojecten werd in totaal 1200 m gekanaliseerde waterloop omgevormd tot een meanderend traject van 2200 m. Dit zorgt niet alleen voor een enorme stijging van het waterbergend vermogen, maar ook voor landschaps-, vallei- en natuurherstel.
“De relatie tussen water en natuur is de laatste jaren in positieve zin veranderd.”
Didier: Het is wellicht ook een goed voorbeeld van hoe de integrale aanpak van water en natuur als ecosysteemdienst de voorbije decennia op de kaart is gekomen?
Marc: Ja, die relatie is in positieve zin veranderd. De valleigronden worden teruggegeven aan de rivier en de rivier krijgt haar oude gestalte terug door tal van meanderingsprojecten en initiatieven voor natte natuur. Ook overheden zien dit in waardoor de samenwerking met Natuurpunt in een hogere versnelling is geraakt. Kijk maar naar de projecten van de Bollaak en de Babbelbeekse Beemden. Dat is ongezien en uniek. Tot voor kort zou niemand geloofd hebben dat zoiets mogelijk was.
Didier: Hoe sta je als mens tegenover de natuur? Welke verantwoordelijkheid heeft de mens daarin?
Marc: Een respectvolle houding impliceert dat de mens niet mag proberen de natuur naar zijn hand te zetten. We moeten leren met de natuur samen te leven. Dat is soms delicaat. In het Viersels Gebroekt bijvoorbeeld leeft al jaren een bever. Hij heeft het gebied ingepalmd maar zijn nachtelijke bouwactiviteiten hebben een impact op het waterpeil. Dat zorgt voor conflicten met een landbouwer die zijn akkers geregeld ziet overstromen. Ook komen de doelstellingen uit het beheerplan van Natuurpunt in gedrang. Het is een moeilijke oefening, maar we werken eraan.
Didier: Wanneer kan de mens dan volgens jou ingrijpen in de natuur en wanneer niet?
Marc: Het is altijd wikken en wegen. De menselijke beschaving mag zijn plaats opeisen, bijvoorbeeld wanneer het gaat om waterveiligheid. Maar alleen op voorwaarde dat we de natuur daardoor niet ontregelen. Natuurpunt waakt erover dat de natuur altijd beschermd blijft. Soms is dat moeilijk maar als beleidsmakers openstaan voor creatieve of alternatieve oplossingen, is dat perfect haalbaar.
Een onbegrijpelijke praktijk bijvoorbeeld is de vuilvracht in onze reservaten door lozingen van huishoudelijk afvalwater en overstorten. Hier heeft Natuurpunt geen impact op en we hopen dat de bevoegde overheden hun verantwoordelijkheid opnemen.
Didier: Wat zijn voor jou de belangrijkste uitdagingen vandaag?
Marc: Naast de verdoken verontreiniging door legale lozingen in onze rivieren zijn ook de stikstofuitstoot en de oprukkende exoten grote uitdagingen.
De exotenbestrijding is zeer problematisch. Vooral de invasieve soorten baren ons zorgen: reuzenbalsemien, Japanse duizendknoop … Aziatische soorten zoals lieveheersbeestjes en Aziatische hoornaars vormen ook een bedreiging voor onze inheemse fauna en flora. We krijgen dit moeilijk onder controle en missen hier een coördinatie vanuit de overheid.
Wij focussen op de problemen hier ter plekke en proberen oplossingen aan te reiken. Maar exoten alleen lokaal bestrijden, bijvoorbeeld enkel in de Kleine Netevallei, heeft geen zin, want de zaden verspreiden zich al drijvend. Ook het verbod om bepaalde pesticiden in één land te gebruiken is zinloos als import/export niet verboden is. Sommige problemen vragen oplossingen die het lokaal niveau overstijgen.
Ook stikstof leidt tot problemen. Door de enorme toename van stikstofdepositie beginnen stikstofliefhebbers zoals bramen en brandnetels te overwoekeren. In heidegebieden wordt de vergrassing een groot probleem en dreigen voedselarme gronden te voedselrijk te worden.
En wat legale lozingen betreft, kan je je vragen stellen over de lozingen van kobalt in de Grote Nete. Want die zijn moeilijk verzoenbaar met de doelstellingen qua waterkwaliteit van de overheid. De overstort van waterzuiveringsinstallaties leidt periodiek tot een ongeziene kortstondige verontreiniging van zuivere beken.
“Op vlak van exotenbestrijding kan de provincie haar bovenlokale troeven uitspelen.”
Didier: Je verwees naar het belang van bovenlokale oplossingen. Is daarin een rol voor de provincie weggelegd?
Marc: Zeker op vlak van exotenbestrijding kan de provincie haar bovenlokale troeven uitspelen. Sommige uitheemse oever- en waterplanten, exoten zoals grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem en watercrassula kunnen explosief groeien en daardoor een optimale waterafvoer verhinderen of problemen veroorzaken bij sluizen of stuwen. Maar er kan ook massale vissterfte optreden als de drijvende planten zuurstof onttrekken aan het onderliggende water. Daarom behoort exotenbestrijding tot het vaste takenpakket van het onderhoudsteam van de provincie. Een intensief werk want deze planten mag je niet maaien omdat versnipperde plantendelen nieuwe groeikernen kunnen vormen. Het meest effectief is het (manueel) verwijderen van de volledige plant, inclusief de wortel als dat mogelijk is. Daarnaast kan de provincie de inbreuken rond illegale lozingen helpen tegengaan. Strenger toezicht zal de kwaliteit van onze natuur op termijn verbeteren, maar ik heb vernomen dat de provincie Antwerpen sinds kort een handhaver heeft aangenomen, dat zal op termijn wel effect hebben.
Didier: Kunnen ook de lokale besturen een verschil maken?
Marc: Absoluut. Een strenger beleid op vlak van lozingspunten van plaatselijke horecabedrijven zou al veel kunnen veranderen. Ook hun financiële en logistieke steun bij natuurbeschermingsacties is broodnodig. In Nijlen bijvoorbeeld ondersteunt de gemeente ons met de jaarlijkse paddenoverzetactie. En toen we enkele jaren geleden meerdere weekendhuizen moesten afbreken, stelde het lokaal bestuur containers ter beschikking en namen ze de stortkost voor hun rekening.
Didier: Wat is jouw belangrijkste wapenfeit?
Marc: Ik ben al 40 jaar vrijwilliger en neem nog steeds met hart en ziel de communicatie en coördinatie van alle acties van De Wielewaal op mij om het landschap te herstellen. Ook ben ik trots op mijn bescheiden bijdrage aan de ‘Grote Opkuisactie’ in de Kleine Netevallei omdat we daar mooie resultaten hebben neergezet.
Didier: Wat zou je nog graag zien gebeuren?
Marc: Dat nieuwe jonge krachten mijn werk van de voorbije 40 jaar verderzetten. En ik hoop dat de verschillende overheden ons daadkrachtig blijven ondersteunen.
Deel dit artikel